zondag, november 16, 2008

Koh Tao (Thailand), Pulau Penang (Maleisië), Medan en Palau Weh (Indonesië)

Koh Tao

Hmmm ... 6 weken lang geen bericht, dat is wel erg lang. Zoals we de vorige keer al schreven hebben we het erg naar onze zin gehad op Koh Tao, maar was er weinig om “over naar huis te schrijven” :) De tijd is omgevlogen, toen we eenmaal terugzaten op de boot hadden we niet het gevoel dat we er al weer 6 weken waren geweest.

In de laatste weken heeft Joost zich erg druk gemaakt om naast het werken zijn cursus Divemaster af te maken. In eerste instantie dacht hij dat hij er geen tijd voor zou hebben, maar hij is toch maar begonnen onder het motto “anders maak ik het de volgende keer wel af”. Uiteindelijk is het toch nog goed gekomen en de avond voor vertrek heeft hij zijn afstudeerfeestje gehad (wat ze hier in Azië een snorkeltest noemen). De verse divemaster(s) krijgen een masker en snorkel op, waarbij aan het uiteinde van de snorkel een omgekeerde en opengeknipte waterfles is bevestigd (zie foto’s). Vervolgens hebben de instructeurs een onderonsje en kiezen zij wat er in de waterfles gaat worden gegooid. Voor de afloop verwijzen we naar de foto’s :p

foto's Koh Tao
foto's snorkeltest

Penang

Na aankomst op het vaste land in Thailand hebben we de nachttrein naar Maleisië (Butterworth) gepakt. Deze trein is niet echt toeristisch en heeft helaas geen aparte slaapcabines. Wel worden de zitjes die je boekt ’s avonds omgetoverd tot stapelbedden zodat je alsnog wat kunt proberen te slapen. Ons lukt het nooit zo goed en omdat we ook een flink stuk Maleisië in moesten waren we redelijk gaar toen we rond de middag aankwamen in Butterworth. In dit plaatsje is niet echt veel te doen, maar is bekend om zijn veerboot naar het eiland Pulau Penang dat net zo bekend als Phuket in Thailand.

Nu wisten wel al dat Penang niet helemaal naar onze smaak zou zijn. We hadden er al heel wat mensen over gehoord en de meeste vinden Penang nogal grauw en gaan liever naar mooiere plaatsten in de buurt. De oude stad Georgetown op het eiland zou in principe een oude, mooie en sfeervolle stad kunnen zijn gezien de historie, maar daar hebben wij niet veel van teruggevonden. Bovendien komen er met grote toeristische plaatsen bijna altijd dezelfde ergernissen: afzet tarieven in de taxi’s, lange schreeuwde nachtmarkten met meuk en een hoop mensen die je proberen te helpen (dat is: van je geld af te helpen).

Waarom ga je dan? Nou, om een visum te scoren voor Indonesië. Standaard krijg je bij aankomst 30 dagen, maar wij willen 6 weken blijven en dan moet je vooraf je visum regelen. Dus in galop naar de ambassade.

Ook had Moira vooraf een afspraak gemaakt met een oogarts in het ziekenhuis. Moira heeft aantal maanden geleden in Azië een virus in haar oog opgelopen. Toen wij onlangs in Nederland waren zijn we hiervoor naar de opticien geweest die vaststelde dat het een virus was. Hierdoor kon zij lange tijd geen lenzen dragen en moest zij d.m.v. kunstmatige tranen proberen haar ogen goed schoon te houden en mocht ze hopen dat ze er snel af zou komen. Omdat je zelf niet kunt zien wanneer je genezen bent moet je daarvoor naar een oogarts. Het was best leuk om te zien hoe dat in Maleisië werkt, niet beter of slechter dan in NL maar gewoon anders. De arts stelde vast dat zij geen virus meer had maar in plaats daarvan een allergische reactie op contactlenzen! Ze heeft nu antiallergie oogdruppels en kan nu weer gewoon haar lenzen dragen. Tot nu toe gaat het goed!

Na een gebruikelijke dag shoppen, een dag site seeing en de dingen hierboven was het tijd voor een heel nieuw land voor ons: Indonesië!

foto's Penang

Medan

Onze toch door Indonesië begon in Medan. Medan in de grootste stad op Sumatra (het meest westelijke grote eiland van Indonesië) en er wonen meer mensen dan in heel Nederland.

Medan en de nabije omgeving doet ons denken aan een mix van Vietnam en Laos. Het is allemaal redelijk op orde maar echt netjes is het er niet. De tuk tuk’s zijn er weer in grote getallen en helaas hebben ze de toeter gewoontes van Hanoi in Vietnam … de hele dag, altijd en meestal zonder reden :( Maar goed, je kunt niet alles hebben. Het was er best leuk maar niet echt grote attracties of zo.

Medan bevind zich op een redelijk centrale plek en je hebt goede mogelijkheden om daar vandaan met het vliegtuig en de auto andere interessante plaatsen te bezoeken. Onze eerste tochtje ging per vliegtuig naar een eiland.

foto's Medan

Palau Weh

In de Lonely Planet staat er een informatiepijltje bij het kleine eilandje Palau Weh. De teksten die er bij staat: “Duiken met whalesharks”. Joost heeft een hele bijzondere band met deze reuzen in de zee. Deze vegetarische planktoneters van een meter of 7 mogen hem waarschijnlijk niet zo. Telkens als er (op Koh Tao) whalesharks worden gespot gaat Joost de dag daarna mee om er ook eens een te zien en dan blijven ze natuurlijk ook weg. Gebeurd dat vaak? Nou, al zeker een keer of 10! De dagen daarna worden er dan natuurlijk weer vrolijk whalesharks gezien :( Duikt Joost twee dagen na een spotting, dan komen ze na drie dagen terug! Hij wordt er gek van …

Dus een plek waar ze heel veel zijn … dat is de oplossing. Om op het eiland te komen moet je eerst vliegen naar Banda Aceh. Waarschijnlijk kennen jullie deze naam wel van het nieuws. De inwoners van deze provincie voelen zich geen Indonesiërs en willen al tijdens hun eigen staat. Per vandaag is het er weer redelijk rustig en we denken dat de Tsunami hier ook wel iets mee te maken heeft. Dit gebied heeft veruit het meest te lijden gehad en er zijn veruit de meesten doden gevallen (tienduizenden!).

We vlogen met Garuda Indonesia. Het kan best zijn dat jullie deze maatschappij nog kennen van vroeger. Maar per vandaag vliegen ze niet meer op Europa, ze willen wel maar mogen niet meer! Net als die turkse maatschappijen waren hun kisten zo slecht dat ze een landingsverbod hebben gekregen voor de hele EU. Onze vlucht was redelijk ok. Het was een gewone Boeing 737 en er zat nog verf op (ook een teken van onderhoud :).

Volgens ons is Palau Weh nog niet echt een mainstream bestemming voor de westerse toeristen. De infrastructuur is inmiddels redelijk goed op orde, maar de samenleving is nog niet volop uit op toeristen dollars. Ook wel eens leuk! We moesten op het eiland nog een uur rijden en hiervoor maak je gebruik van shared mini-busjes. Er gaan weer allemaal lokale mensen mee en je lacht je een breuk om de spullen die mee gaan. Dit keer geen kippen, maar wel autovelgen en rollen vloerbedekking.

De duikschool / de bungalows waar we heen zijn gegaan worden gerund door een Nederlands koppel. Zij zijn ook redelijk getroffen door de Tsunami maar per vandaag ziet het er weer keurig uit. De duikschool die zij runnen is zeer goed en eigenlijk de enige serieuze op het eiland. De duiksites zijn prachtig! Joost heeft er dingen gezien die hij nog nooit elders heeft gezien. Hij vind het nu – samen met de Perhentian Islands – de beste plek waar hij ooit gedoken heeft. Maar hoe mooi het ook was … ze hebben er al in jaren geen whaleshark meer gespot :)

De lokale mensen op het eiland zijn echt geweldig! Ze hebben een overduidelijke relaxte levensstijl wat wel een beetje lijkt op die grappige reclames van jamaican rum. Door dat er niet veel toeristen zijn vinden zij jou als toerist misschien wel even interessant als jij hen. We hebben over van alles gepraat en zijn een nacht gebleven tot het moment dat ze er achter kwamen dat het illegaal gesmokkelde bier op was :) Al met al is het een aanrader en de komende jaren zal er wel weer alles aan gedaan worden om het zo snel mogelijk naar de kl*ten te helpen door de toeristenindustrie, dus wees er snel bij!

foto's Palau Weh

Medan (2e ronde)

Na ons verblijf op Palau Weh zijn we per vliegtuig terug gegaan naar Medan (via Banda Aceh). Initieel hadden we het idee om nog twee trip vanuit Medan te ondernemen. De eerste zou gaan naar Bukit Lawang en de tweede naar een groot vulkanisch meer (dorpje Tuk Tuk, dat leek ons wel een grappige naam). Uiteindelijk heeft Joost er voor gekozen om niet naar Tuk Tuk te gaan en iets meer aandacht aan zijn werk te besteden. We zijn wel naar Bukit Lawang geweest …

Bukit Lawang

Op aarde zijn er inmiddels niet meer zoveel Oerang Utans meer. Zover wij weten zijn er nog maar twee plaatsen, die beide in Indonesië liggen. We zijn eerder al vlak bij de eerste geweest op Borneo, maar hebben dit toen overgeslagen. Nu waren we vlak bij de tweede plek: Bukit Lawang.

We hebben in Medan voor een dag een auto met chauffeur gehuurd. Na zes weken op Koh Tao links te hebben gereden durft Joost inmiddels ook aan de linker kant van de weg te rijden … maar er zijn geen grenzen. Om het jullie klippenklaar uit te leggen, in Parijs verdienen ze de schoonheidsprijs voor hun rijstijl in vergelijking tot Medan :) Dan is die paar euro voor een chauffeur volgens ons vrij goedkoop voor een zorgeloos ritje (als je niet meekijkt :)

In totaal is het hemelsbreed maar 65 KM en over de weg een kleine 100, toch duurt het overdag tweeënhalf uur en ’s avond drie tot drieënhalf uur. In het begin schiet het redelijk op en eenmaal buiten de stad gaat het nog sneller, totdat je ogenschijnlijk aan het einde van de weg bent en je overgaat van prachtig asfalt in een modderig zandweggetje. Nu snappen we ook waarom een huurauto vers gewassen lijkt, na iedere dag is de auto hard toe aan een wasbeurt.

Onderweg vermaken we ons meestal prima met het naar buiten kijken. Er is zoveel te zien en echt toeristisch vonden wij het niet, waardoor je de mensen bezig ziet met hun dagelijkse werkzaamheden. Toen Joost vroeg of de chauffeur even wilde stoppen om wat drinken te kopen was hij ook ongeveer een lokale attractie :)

Ook hebben we langs vele kilometers aan velden gereden met palmbomen. Deze bomen zijn keurig netjes in rijen geplant, zoals wij in NL fruitbomen op een rij planten. In deze palmbomen hangen alles geen gewone kokosnoten zoals wij deze vaak in het wild tegenkomen. In plaats hiervan hangen er grote vruchten aan met een soort rode vruchtjes. Als wij hier zouden moeten vergelijken met een andere vrucht dan zouden wij zeggen dat het veel lijkt op een durian vracht, maar dat zal jullie denk ik niet zoveel zeggen. Later hebben we gevraagd waarom deze bomen nu allemaal staan en wat zij er mee doen. Van de vruchten maken ze palmolie, wat in heel veel producten wordt gebruikt (van brandstof tot rubber). We vonden het alleen niet zo tof dat zij het regenwoud kappen om deze bomen neer te zetten! De locals worden er trouwens niet veel beter van want er zitten grote Europese multinationals achter.

Eenmaal aangekomen in Bukit Lawang zijn we direct naar de ingang van het Natianal Parc gegaan. Een hotel daar in de buurt dient als een soort verzamelplaats voor bezoekers en gidsen en ook in ons geval kwamen de gidsen al achter de auto aanrennen nog voor dat we op de parkeerplaats waren gearriveerd.

Tijdens de lunch zijn we velen malen aangesproken. Het aandeel van de Nederlandse toeristen in Sumatra is zo hoog dat de gidsen behoorlijk goed Nederlands spreken. Grappig als ze je het laten horen, maar na een keer of 5 ben je dat ook wel weer zat.

Na de lunch hebben we een gids gekozen en zijn we vertrokken. De lucht zag al behoorlijk donker. Nog voor dat we een stap in het regenwoud hadden gezet begon het al te druppelen. Binnen 3 minuten regende het “gewoon”. Na vijf minuten had je het idee dat er een tweede zondvloed was begonnen. Ja, ze noemen het niet voor niets het regenwoud.

Echt goed voorbereid waren we niet. Ons idee was dat we naar een soort Artis gingen om aapjes te bekijken. Na een kwartiertje hadden we echter al door dat dit niets anders was dan een jungletrekking. Onze eerste jungletrekking was jaren geleden in Thailand (Chang Mai) en toen begon het ook te regenen, met de ervaringen van toen sloeg de paniek wel een beetje toe. Een trekking door een heuvel / bergachtig gebied in de regen is na een tijd niets anders dan de glijbanen van het Tikibad in Duinrel, maar dan zonder veiligheidsmaatregelen en geen enkele mogelijk tot redelijke hulp als je je benen breekt. Maar goed, de vorige keer hebben we het gered dus dit keer zou het wel weer goed gaan. Alleen jammer dat we nu wel spullen bij ons hadden die echt niet nat mochten worden zoals paspoorten en elektronische apparatuur. *zucht* dacht Joost, blij dat ik geen laptop bij mij heb en hij begon alweer de humor er van in te zien.

Na anderhalf uur van klimmen, glibberen en glijden hadden we geluk. Daar, hoog in verrassend dunne boom, Zat een gigant van een Oerang Utan. Nog mooier, ze had een kleintje. Wat ze daar deed? Ze was duidelijk aan het twijfelen. Oerang Utans zijn hele intelligente dieren. Hun anatomie en DNA lijkt enorm veel op de onze. Bij regen gebruiken deze prachtige beesten bladeren en takken van de bomen om te schuilen. Maar waarschijnlijk had ze ook honger, wat soms nam ze een hap van haar eigen paraplu :)

Vrijwel direct daarna hebben we gevraagd om terug te gaan. Het is niet echt prettig om in dergelijke condities door de jungle te gaan en de missie was geslaagd, we hebben een echte “wilde” gezien.

Bij terugkomst hadden we nog een uitdaging, hoe kunnen we nu in de prachtige nieuwe auto als een verzopen kat. We hebben er voor gekozen om met de gidsen nog maar een bintang biertje te gaan drinken (ze hadden geen bezwaar :), een handdoek te vragen en te wachten tot we een beetje waren opgedroogd. We hebben veel gelachen en veel gesproken over de verschillen en overeenkomsten tussen onze landen. We hebben dingen geleerd over Indonesië die we anders waarschijnlijk nooit hadden geleerd. Al met al een zeer geslaagde dag!

foto's Bukit Lawang

Jakarta

Terwijl we dit nu schrijven (16 november) zitten we in het vliegtuig naar Jakarta. We zullen heel kort in Jakarta blijven om langzaam naar Bali (en verder) te reizen. Zoals Joost altijd zegt “als we in de stad zijn willen we naar de kust en als we aan de kust zijn willen we naar de stad”. Met twee maanden Sydney in het vooruitzicht (vanaf 12 december) willen we graag de komende tijd nog zoveel mogelijk doorbrengen aan de kust.

Tot de volgende keer!

Groeten en liefs,

Moira en Joost

1 opmerking:

Anoniem zei

Zoals gewoonlijk genieten we weer volop van jullie verhalen en foto's. Helemaal top en geniet lekker door!

Groetjes vanuit Yosemite park, sunny California

Frederic en Jolanda