zondag, november 18, 2007

Jackpot, Wolkbreuk, Piraten en een Paradijs

Hallo allemaal,

Het is alweer 2 weken geleden sinds ons laatste bericht. Internet was even ‘schaars’, maar we hebben nu weer een redelijke verbinding in onze hotelkamer. Wat is er een hoop gebeurd in de laatste twee weken. Nu zitten we samen achter de laptop en moeten echt hard nadenken over alles wat ons overkomen is en wat we makkelijk kunnen uitleggen.

Het vorige bericht schreven wij nog vanuit het zuiden van Cambodja in de kustplaats Sihanouke Ville. Hier hebben we nog een aantal dagen “low budget” gebivakkeerd en de omgeving verkend. Op een van deze dagen hebben we tijdens een wandeling een hotel bezocht dat ook over een casino beschikt. Helaas mochten wij hier niet in omdat we niet geheel gepast gekleed waren en Joost zijn laptop niet wilde inleveren … achteraf niet zo erg. In de lobby van het hotel stonden ook enkele fruitautomaten en daar hebben we toch nog even op kunnen spelen. Wat er toen gebeurde is een lang verhaal, maar einde van het liedje was dat mijn automaat vast liep met de melding “play suspended”. Zelf dachten wij aan een storing maar dat bleek niet het geval toen de televisieschermen een vrolijk liedje begonnen te spelen en ik een jackpot scheen te hebben gewonnen. Een uur later liepen we met $ 10.000,- Amerikaanse dollars het hotel weer uit :)

Een dag later zijn we met de taxi vertrokken naar Kampot. Deze plaats ligt aan een rivier en zou – volgens de Lonely Planet – best aantrekkelijk zijn. Bij aankomst vonden we het zelf nogal tegenvallen. Goed, kan ook een keer gebeuren. In plaats van de geplande week zijn we er uiteindelijk maar een dag geweest die voornamelijk is opgegaan aan een zeer moeizaam traject om het gewonnen geld naar Nederland te krijgen. Omdat het visum voor Vietnam nog niet in was gegaan moesten we ons toch nog even vermaken in Cambodja en zijn 1 plaatsje opgeschoven naar Kep, weer een kustplaats.

Kep zelf is echt uniek. Het is een plaatsje (zover je daarvan kan spreken) met een lange en boeiende geschiedenis. In het kort komt het er op neer dat de bevolking al een aantal pogingen hebben ondernomen om hier een bruisende badplaats van te maken. De laatste poging is mislukt tijdens de vorige oorlog. Als je over de straten loopt dan is 80% van de huizen verwoest en de natuur heeft deze plekken weer bezet. Desondanks zijn wij super enthousiast over dit kleine plaatsje. De hotels hebben ‘rust’ duidelijk als thema en je hoeft er dan ook geen tv’s of drukke uitgaansgelegenheden te verwachten. In de heuvel rondom de kuststrook zijn toch een aantal zeer plezierige hotels / guesthouses en de omgeving wordt nog niet overspoeld door toeristen. Wij vinden dit plaatsje tot nu toe het mooiste van heel Cambodja. De foto’s spreken voor zich.

Vanuit Kep zijn we naar de grens met Vietnam gereisd. Omdat we inmiddels de voorkeur hebben om met tuk-tuks te reizen (ook voor de wat langere afstanden) hebben we 1 van de in totaal 3 tuk-tuks uit Kep gehuurd voor dit ritje van normaal 60 minuten. In ons geval hebben we er ruim 3 uur over gedaan. Na een aantal kilometer hield de verharde weg op en ging deze over in een zandpaadje. Gooi hier vervolgens een wolkbreuk overheen en je hebt alle ingrediƫnten voor een onvergetelijke tuk-tuktrip. Met regen lopen de kuilen in de weg vol, met als nadeel dat je niet meer kunt zien hoe diep de kuil is. Soms mochten we dan ook even uitstappen zodat de tuk-tuk zichzelf weer uit de blubber kon trekken.

De reden dat de weg naar de grenspost ophield zal er vast mee te maken hebben dat deze grenspost nog geen 3 maanden geleden pas is geopend. In de omgeving spoken er ook allemaal verhalen rond over deze overgang en achteraf kunnen we zeggen dat het prima te doen is. Eenmaal aangekomen zagen de beambten voor het eerst een Nederlands paspoort en na een aantal telefoontjes mochten we dan echt Cambodja uit en 500 meter lopen naar Vietnam. Aan deze kant was het beter geregeld, een prachtig nieuw gebouw en weer een ‘echte’ weg. Na wat smeergeld te hebben moeten betalen waren we helemaal klaar en mochten - als we wilden - vertrekken.

Nadeel van een nieuwe grenspost met weinig toerisme is dan opeens dat er nog helemaal niets is. Geen taxi, geen tuk-tuk, geen hotel … helemaal niets dus. Na te hebben gewacht kwamen er gelukkig toch 2 moto’s en konden we de grens echt verlaten en op weg naar het eerste stadje. Een moto is een zware brommer met chauffeur waar je achterop mag klimmen en waarna ze als een stelletje dronken idioten het snelheidsrecord proberen te verbeteren. Deze eerste ervaring met de moto zullen we niet snel vergeten. Een tweede wolkbreuk heeft er namelijk voor gezorgd dat wij, inclusief alle spullen, door en door nat zijn geregend. Als een stel verzopen katten hebben we ingecheckt in een prachtig hotel in Ha Tien, 8 KM van de grens.

Na te hebben gedoucht en de spullen te drogen hebben gehangen zijn we op verkenning gegaan naar de mogelijkheden in de omgeving. Het was echt leuk om in een stad te komen waar (bijna) geen toeristen komen. Soms is het alleen een beetje lastig dat ze geen woord Engels spreken. We hebben een afspraak gemaakt om de volgende dag met een boot naar het eiland Phu Quoc te gaan … maar veel meer dan dat ze duidelijk maakte dat de boot 20 KM buiten de stad zou vertrekken wisten we niet.

De volgende ochtend zijn we weer op de moto geklommen en we hebben een prachtige en droge rit gemaakt door de omgeving van Ha Tien richting de haven. Deze overduidelijke lokale vrachthaven zorgde er voor dat we ons toch wel redelijk ongerust maakte over waar we aan begonnen waren. De onduidelijkheid werd pas helemaal compleet toen ze ons een schip aanwezen en na 15 minuten terug op de moto namen om vervolgens 5 kilometer terug te rijden naar een klein boerderijtje. Ze hebben ons daar nog een half uur laten wachten, waarin steeds meer lokale mensen zich bij ons voegde en overduidelijk ergens op wachten. Voor onze gemoedsrust was het erg prettig dat er nog een westerling werd gedropt die dezelfde boottocht was verkocht. Niet lang daarna zijn we meegenomen op een ‘long tail’ boot die achter in de tuin van de boerderij in een rivier lag. Zonder te weten wat nu precies de bedoeling was zetten ze koers richting open zee. Tot mijn grote vreugde herkende ik even later de grote vrachtboot uit de haven van een uur eerder. Het was dus duidelijk de bedoeling dat wij pas op open zee aan boord mochten komen. Later is ons duidelijk geworden dat de grote boten in de haven worden onderzocht door de Vietnamese overheid om te zorgen dat er geen mensen meereizen. De reden is simpel: er zijn piraten in dat gebied en de overheid wil drama’s voorkomen door te zorgen dat er geen mensen meer reizen over dat stuk zee … Volgende keer gaan we toch iets beter uitzoeken waaraan we beginnen.

De beloofde trip van 3 uur werd uiteindelijk 5 uur. Na 5 uur op vrachtkisten te hebben gezeten ben je het wel flink zat. Het enige stuk zekerheid dat we tijdens de trip hadden was de GPS die ons in ieder geval kon laten zien waar we waren en hoe ver we nog moesten.

Van een echte haven op Phu Qouc was niet echt sprake. Net zo illegaal als dat we aan boord waren gekomen zijn we ook weer gedropt. Ondanks dat er wederom niets was, waren er gelukkig wel moto’s waardoor we binnen een half uur uitgeput aankwamen in ons hotel.

Vanaf dat moment is eigenlijk alles geweldig. Dit eiland is best groot en beschik over een prachtige natuur, witte stranden, warme en heldere zee, veel palmbomen en prachtige hotels. Neem een mooi plaatje uit de vakantiebrochures, vermenigvuldig dat met 2 en je hebt Phu Qouc. Uiteindelijke zullen we hier 2 weken blijven voordat we verder Vietnam in gaan. De volgende boottrip nemen we de ‘gewone’ ferry waarvan we nu weten dat die ook bestaat.

Op het eiland is een hoop te doen. Joost is op dit moment flink aan het werk en zodra hij klaar is gaan we het eiland verkennen en duiken!!! We hopen over ruim een week meer te kunnen vertellen / laten zien van onze avonturen op het eiland. Tot dan!

11 foto's Kep (Cambodja)
16 foto's Phu Quoc (Vietnam)

Groeten,

Joost en Moira

zondag, november 04, 2007

Costa del Cambodja

Hallo allemaal,

Weer ruim een week en een paar honderd kilometer geleden schreven wij vanuit Phnom Penh. De afgelopen week zaten wij op de Costa del sol van Cambodja: Sihanouk Ville. Deze naar de koning vernoemde badplaats is de enige grote aan de kleine kust van Cambodja. Maar verwacht geen “echte” badplaats zoals we die kennen van zuid europa of Thailand, er zijn grote verschillen.

Door heel Cambodja heen is te merken dat dit een heel arm land is met een trage ontwikkeling. Ook hier aan de kust domineert dat het leven van de Cambodianen. Je merkt het aan de staat van de wegen, de bijna overdreven manier waarop westerlingen hier worden aangezien voor geldautomaat en de bedroevende manier waarop kinderen worden ingezet om het familie inkomen iets op te krikken. Desondanks denken we wel dat het goed is om hier te komen. Op macro niveau betekend het natuurlijk dat we geld in de economie pompen, hoewel op micro niveau we het idee hebt dat we machteloos zijn. Dus iedereen die een ‘avontuurlijke’ vankantie zou willen en een aantal weken hier in Azie is, kan zeker 1 of 2 weken een bijzondere tijd meemaken.

De situatie van sommige kinderen hier is wel echt onacceptabel. Na wat Europeanen te hebben gesproken die hier wonen is de manier hoe we hier mee omgaan wel veranderd. Het liefste zou je iets doen waardoor je z’n kind op lange termijn zou kunnen helpen, maar dat lijkt onmogelijk. De kinderen die wij zien zijn daar niet voor zichzelf, maar voor de ouders of nog erger: ze zijn verhuurd aan een ‘criminele’ organisatie. Nu weten we niet in hoeverre dit echt klopt, maar het valt wel op dat ze er elke dag zijn met het zelfde verhaaltje. Soms zie je ze ook echt teruggaan naar een volwassene en even later zie je ze weer alleen lopen.

Werk je mee aan dit soort praktijken en geef je ze geld dan maak je het winstgevend en lonend en dat is het laatste wat je wilt. Maar wat dan? Dan maar iets geven waaraan alleen het kind iets heeft, wat te eten of snoep. We denken dat de kinderen wel voldoende eten krijgen en als we horen dat dit niet zo is, dan kunnen ze altijd iets krijgen. Maar in de meeste gevallen geven we iets totaal onbenulligs: snoep. We kopen de rollen fruit Mentos inmiddels per doos en als we zien hoe je de kinderen er hier mee omgaan, dan weet je in ieder geval dat het geen kwaad kan. Vandaag liepen we nog door een ‘normale’ woonwijk. Op een gegeven moment zien we een aantal kinderen en geven ze een paar rollen snoep … je raad het al, binnen een tel waren er meer kinderen dan rollen snoep in een doos. Morgen maar weer kijken of we een doos kunnen vinden.

Het laat volgens ons een aantal dingen zien. Er zijn ook landen op de wereld buiten Afrika die nog wel wat meer hulp kunnen gebruiken. Misschien als ze hier olie vinden dat er dan wel hulp mogelijk is van het westen, maar tot die tijd zal het wel drama blijven. Wij als de doorsnee Europeaan hebben eigenlijk geen idee dat dit speelt. Maar wat moet je doen om ze te helpen ? … wij weten het niet. Suggestie zijn altijd welkom … Een nationale Mentos inzamelingsactie hadden we zelf al bedacht, maar dan worden ze net als onze Europeese kinderen te dik, dus dat werkt alleen op kleine schaal :)

Zo, ook eens een keer een verhaaltje dat niet zo zonnig is als de foto’s die we binnenkort ook zullen plaatsen. Maar goed, nu ons “eigen” reisverhaaltje:

Het weer is hier echt prachtig. Inmiddels is het slecht weer op Ko Tao (het regenseizoen) en hebben we het hier een stuk beter. Volgens de Lonely Planet zou het ook hier een drama moeten zijn, maar het valt echt alles mee. Af en toe is het een dag minder maar over het algemeen is het (te) warm en zonnig.

In deze hoek van Cambodja hebben ze meestal ook BVN. Het staat voor “Beste van Nederland en Vlaanderen” en we kunnen ook weer een gewoon NL journaal kijken en “de wereld draait door”. Goed, dat ben je na een dag ook weer zat, maar dan heb je natuurlijk altijd de “Fabeltjeskrant” nog (zie foto’s). Je zult het niet geloven, maar we hebben echt dubbel gelegen om Ed & Willen Bever en zijn maatjes.

Ook in Sihanouk Ville hebben we weer gekozen voor een dagtrip met een Tuk-Tuk. Misschien hadden we beter moeten kijken wat er allemaal te zien is, want we waren nogal vroeg klaar voor een “dagtrip”.

Als eerste hebben we een bezoek gebracht aan het Vietnamese consulaat. Niet echt een ‘leuke’ plek voor een tourist, maar ze schijnen de snelste visa voor Vietnam in de hele wereld te hebben … waarschijnlijk ook de duurste. Voor een 60 dagen visum betaal je 60 US dollar. Nu is dat voor ons westerlingen een koopje, maar hier is 60 dollar wel echt heel veel. We zijn dan ook benieuwd of ze ons een pootje hebben gelicht. Misschien kunnen andere reizigers die dit lezen en ervaring hebben er eens een mailtje over sturen of een reactie achter laten. Misschien is het ook wel heel normaal. Zeer waarschijnlijk wordt het dus kerst en oud-en-nieuw in Vietnam, we zijn benieuwd.

Sihanouk Ville bestaat eigenlijk uit drie delen. Een centraal deel met de markt en de winkels en twee uiteinde die beide stranden bieden. Na een week aan de “luxe” kant te hebben gezeten wilde we ook graag naar de “low budget” kant. Het leuke hiervan is dat de mensen die je daar ontmoet altijd vele malen leuker zijn dan op de duurdere plekken. Waarschijnlijk zullen de meeste “oud” reizigers kunnen bevestigen dat het ontmoeten van mensen en verhalen een van de leukste dingen van het reizen is, zo niet het leukste. Na het consulaat hebben we ons af laten zetten op dit gedeelte en hebben een guesthouse gezocht voor een aantal extra dagen. Zelfs alleen al in dit dorp / stad merk je de verschillen tussen het “rijke westerse” gedeelte en het backpackers gedeelte.

Dat reizen niet alleen maar geweldig is heeft Joost hier gemerkt. Zijn slippers (flip-flops) hebben het hier na velen duizende kilometers begeven. Paniek alom. Gelukkig kon hij zijn reis vervolgen door voor een dollar een paar nieuwe te kopen (maat 38 terwijl hij 46 nodig heeft). Later trouwens wel de grootste moeite gehad om een paar redelijke te vinden. Slippers zelf zijn hier zat maar een grote maat zit er niet in en vooral niet als je ze nodig hebt. Nu heeft hij maat 44 en ondanks dat ze wat knellen kan hij er even mee voort.

Naast de slippermarkt hebben we nog een aantal andere plaatsen bezocht. In vergelijking met de hoofdstad is er niet echt ‘veel’, maar de foto’s spreken voor zich. Zelfs de weinige lokaties hier zijn prachtig. Meestal heb je ook uitzichten waar je minuten lang naar kunt kijken (zie nogmaals de foto’s).

Je kan hier ook duiken en Joost kan er niet op wachten om te gaan. Hij probeert in zoveel mogelijk landen ook te duiken en zo het ‘beste’ te zoeken wat er te krijgen is op onze wereldbol. Maar ja … dikke pech voor hem … hij is ziek. Een lekker griepje en hij kan onmogelijk zijn oren klaren (ja, hij kan het ook boven water). Hopen dat het overigens snel over is en dat hij alsnog kan. In Nederland nooit ziek en precies wanneer het niet moet is hij hier ziek. Neusspay hebben we wel meegenomen maar slijmoplossers niet. Hij vond het niet nodig …

Over een aantal dagen gaan we door naar de volgende stad: Kampot. Deze stad ligt aan een rivier die daar in de zee uitkomt. Na enkele dagen gaan we door naar Vietnam. Geen idee of ons volgende bericht nog uit Cambodja is of Vietnam, maar in ieder geval tot dan …

Veel liefs,

Joost & Moira

foto's Sihanouke Ville

PS. Als wij een bericht schrijven dan werken we daar allebei aan. Soms schrijven we persoonlijke stukjes en andere keren algemeen. Joost kijkt de stukjes altijd als laatste na waardoor het misschien lijkt alsof hij altijd schrijft, maar dat is niet zo h’r :) Moira :P